De dodentempel van Hatsjepsoet

De tempel van Hatsjepsoet, Deir el-Bahri, Loeksor.
De tempel van Hatsjepsoet,
Deir el-Bahri, Loeksor.

In het keteldal (dat is de term voor een dal dat driekwart is) van Deir el-Bahri bouwde koningin Hatsjepsoet haar dodentempel. De bouw ervan heeft ongeveer vijftien jaar geduurd. In de oudheid was de dodentempel van Hatsjepsoet bekend onder de naam  , het heiligste der heiligen. Koptische monniken gebruikten het in de 7de eeuw als klooster en noemden het Deir el-Bahri, ‘noordelijk klooster’. De dodentempel van Hatsjepsoet is waarschijnlijk gebouwd naar het voorbeeld van de naastgelegen dodentempel van farao Monthoehotep II, met dezelfde opbouw van uit kalksteen opgetrokken terrassen. In de oudheid moet de aanblik van de tempel indrukwekkend zijn geweest. Vanaf de daltempel leidde een 37 meter brede toegangsweg, met sfinxen en beelden erlangs, naar de nu verdwenen pylonen bij de ingang van de dodentempel. De 1ste hof stond vol met exotische bomen, struiken en twee T-vormige bassins met papyrusplanten. Koningin Hatsjepsoet noemde haar tempel dan ook ‘tuin voor mijn vader Amon’.

De tempel is opgebouwd uit drie terrassen, gescheiden door zuilengangen in plaats van de gebruikelijke pylonen. De terrassen worden met elkaar verbonden door twee hellingbanen. Op het eerste terras, links en rechts van de grote voorhof, bevinden zich twee zuilengangen. In de noordelijke zuilengang zijn afbeeldingen aangebracht van de moerassen in Neder-Egypte. De reliëfs in de zuidelijke zuilengang tonen schepen met de obelisken die van Assoean naar Karnak werden verscheept.

De eerste hellingbaan leidt naar het tweede terras, met in de zuidelijke zuilengang afbeeldingen van de expeditie naar Poent, een gebied dat waarschijnlijk in de buurt van het huidige Somalië lag. Deze expeditie bracht exotische producten als wierook, mirre, hout en ivoor naar Egypte. We zien dorpen met huizen op palen en de heerser van Poent, Parahoe, met zijn zeer dikke echtgenote. Verder tonen de reliëfs hoe de producten in ontvangst werden genomen en op schepen werden geladen. Daarna werden de producten door koningin Hatsjepsoet aan Amon-Ra geofferd.

Zwangere koningin Ahmes B, tempel van Hatsjepsoet.
Zwangere koningin Ahmes B,
tempel van Hatsjepsoet.

De noordelijke zuilengang toont afbeeldingen van de goddelijke geboorte van koningin Hatsjepsoet. Zo verklaarde Hatsjepsoet recht te hebben op de troon. Haar moeder, koningin Ahmes B, ontvangt het anch-teken (levensteken) van Amon-Ra in de gedaante van Thoetmoses I. Dit is een indirecte vorm van beschrijven hoe ze door de god werd bevrucht. In een volgend reliëf verschijnt de zwangere Ahmes voor de geboortegoden: de kikkergodin Heket en de ramgod Chnoem. Vervolgens wordt Hatsjepsoet geboren in aanwezigheid van vele goden en door Amon-Ra erkend als zijn dochter.

Omdat het dal waarin de tempel is gelegen, gewijd was aan de godin Hathor werd aan de zuidkant van de zuilengang op het tweede terras een Hathorkapel gebouwd. De zuilen ervan vertonen Hathorkapitelen en de schitterende reliëfs zijn nog in zeer goede staat en veelal nog prachtig gekleurd. Ook aan de noordzijde bevindt zich een kapel, deels in de rotswand uitgehouwen. Deze was gewijd aan de god Anoebis.

De toegang tot het derde terras wordt gevormd door een zuilengang waar oorspronkelijk voor elke zuil een fel gekleurd Osirisbeeld van Hatsjepsoet stond . Een aantal is bewaard gebleven. Via een enorme granieten deuropening komt men in een zuilenhof met zestienhoekige zuilen. Aan de linkerkant van de hof bevindt zich de kapel voor de familiecultus van Hatsjepsoet en Thoetmoses I.

Via een doorgang aan de rechterkant van de zuilenhof komt men in een kapel voor de zonnecultus met in het midden een altaar. Aan de achterzijde van de hof zijn nissen in de rotswand uitgehouwen waarin oorspronkelijk beelden van Hatsjepsoet hebben gestaan. In het midden hiervan is een heiligdom voor Amon uitgehakt in de rotsen. Dit heiligdom werd in de Ptolemaeën Tijd uitgebreid met cultusruimtes voor de vergoddelijkte architecten Imhotep en Amenhotep, zoon van Hapoe.

De dodentempel werd in 1891 als ruïne opgegraven door Edouard Naville. Van 1893 tot 1899 hield Howard Carter toezicht op het kopiëren van de reliëfs in de zuilengangen. In deze periode werden door hem ook de funderingen van de daltempel teruggevonden. Van 1911 tot 1930 heeft Herbert E. Winlock opgravingen verricht bij de tempel. Een Pools-Egyptische missie is sinds 1961 bezig met de reconstructie van de dodentempel.

LdJ

Bekijk ook de koningskaart van Hatsjepsoet

Bronnen:
– The Complete Temples of Ancient Egypt – R.H. Wilkinson
– Lexikon der Ägyptischen Baukunst – D. Arnold
– De schatten van Luxor en de Vallei der Koningen – K.R. Weeks