De Slag om Megiddo

Ruïneheuvel van Megiddo.
Ruïneheuvel van Megiddo.

Aan het begin van zijn 23ste regeringsjaar voerde Thoetmoses III zijn eerste grote militaire campagne uit. Deze veldtocht staat beschreven in de annalen van Thoetmoses III in de tempel van Karnak. De hoofdreden voor de campagne is samen te vatten als het onderdrukken van een Syrische opstand tegen Egypte. Onder aanvoering van de leider van Kadesj waren een aantal Syrische volken namelijk losgebroken van de Egyptische controle.

Over het algemeen wordt er binnen de Egyptologie vanuit gegaan dat met de in de annalen genoemde ‘leider van Kadesj’ de leider van de Syrische stad Kadesj bedoeld werd. In latere tijden zouden verschillende Egyptische koningen in conflict met deze stad geraken. Veel Egyptologen veronderstelden daarom automatisch dat het hier ook om de Syrische stad Kadesj ging. Maar in de annalen wordt nergens een duidelijke verwijzing gegeven naar de stad Kadesj.

Volgens de Amerikaanse egyptoloog Hans Goedicke gaat het om de plaats Kadesj Naphtali, dat zich negen kilometer van Megiddo bevond. Waardoor de in de annalen genoemde leider van Kadesj gezien moet worden als een meer lokale leider. Wie deze persoon ook mag zijn geweest, vast staat dat hij opstandig was. Vanuit het strategisch gelegen Megiddo leidde hij zijn opstand.

Thoetmoses III bracht een groot leger bijeen en vertrok begin april uit Egypte. Via Gaza trok het leger naar Yehem. Hier vond een overleg plaats tussen Thoetmoses III en zijn officieren. Onderwerp van gesprek was de naar Megiddo te volgen route. Om Megiddo te bereiken kon gebruik worden gemaakt van drie routes: een lange noordelijke route, een zuidelijke route (de Taänach-route) en een route via een lange nauwe kloof door de bergen (de Aroena-pas). De officieren gaven de voorkeur aan de Taänach-route. De route door de Aroena-pas was dan wel korter, maar in de nauwe kloof zou het leger zich in het geval van een hinderlaag niet kunnen verdedigen.

Thoetmoses III verslaat de vijand, 7de pyloon van Karnak.
Thoetmoses III verslaat de vijand,
7de pyloon van Karnak.

Thoetmoses III besloot toch de risicovolle route door de Aroena-pas te nemen. Op deze manier hoopte hij de vijandelijke troepen te verrassen. Zijn hoop kwam uit. De vijand had niet verwacht dat de Egyptenaren de Aroena-pas zouden nemen en had het hoofdonderdeel van zijn leger op de Taänach-route opgesteld.

Toen Thoetmoses III de volgende dag de aanval inzette, was zijn tegenstander waarschijnlijk nog bezig zijn troepen op te stellen. Ze werden overweldigd door het aanstormende Egyptische leger en sloegen zonder noemenswaardige tegenstand op de vlucht. Het Egyptische leger maakte echter geen gebruik van de situatie. In plaats van de stad Megiddo in te nemen, plunderden de Egyptische troepen het vijandelijke kamp. Op deze manier wisten veel vijanden te ontkomen.

De stad Megiddo moest belegerd worden voordat ze zich overgaf. De datum van de overgave is in de annalen helaas beschadigd. Een andere bron, de Gebel Barkal stèle, spreekt over een beleg van zeven maanden. Bij de inname van de stad was de leider van Kadesj spoorloos verdwenen. Wel werd een grote hoeveelheid wapens en kostbaarheden veroverd.

Vanuit een puur militair standpunt was de slag bij Megiddo geen overweldigende overwinning. Vanuit een politiek standpunt was het echter wel een groot succes. Thoetmoses III had de coalitie van verschillende Syrische volken uit elkaar weten te slaan. De daarop volgende jaren zouden de Syrische volken één voor één worden onderworpen. Nooit meer zouden ze in staat zijn om opnieuw een bedreigende coalitie te vormen.

PvG

Bekijk ook de koningskaart van Thoetmoses III

Bronnen:
– The battle of Megiddo – H.H. Nelson
– Wars in Syria and Palestine of Thutmose III – D.B. Redford
– The battle of Megiddo – H. Goedicke
– Actor and event – P. Lundh
– The battle of Megiddo – R.O. Faulkner in Journal of Egyptian Archeology 1942