Grafcomplex van Kom es-Sjoekafa – Beschrijving

Kom es-Sjoekafa, het centrale vertrek.
Het centrale vertrek.

Vanuit het ronde centrale vertrek in het grafcomplex van Kom es-Sjoekafa voert een trap naar een lager gelegen grafkamer. Waarschijnlijk was dit het oorspronkelijke graf. Wie hier zijn begraven is onbekend, maar aannemelijk is dat het gaat om de man en vrouw die afgebeeld staan in de zijnissen in het voorvertrek. Wellicht gaat het om Alexandrijnse edelen.
Deze beelden zijn een mooi voorbeeld van de verschillende stijlvormen per cultuur: de stramme houding van de lichamen zijn typisch Egyptisch, het hoofd van de man wordt in de levendige Griekse stijl afgebeeld en het kapsel van de vrouw is typisch Romeins.

De grafkamer deed in later tijd dienst als kapel voor de begrafenisriten voordat het lichaam van de overledene werd bijgezet in loculi elders in het grafcomplex van Kom es-Sjoekafa. Loculus, meervoud loculi, betekent ‘kleine plaats’ in het Latijn. Het verwijst naar een nis die een gebalsemd lichaam huisvest zoals in deze catacombe.

Het voorvertrek van de grafkamer is voorzien van twee papyrusbundelzuilen met daarboven een kroonlijst gedecoreerd met een gevleugelde zonneschijf tussen twee valken. De doorgang naar de grafkamer is aan weerszijden gedecoreerd met slangen op een naos. De slangen zijn voorzien van een godenbaard, de Dionysus- en Hermes-staf en de kronen van Opper- en Neder-Egypte. Deze slangen symboliseren zowel Isis en Osiris als de Griekse goden die de ziel van de overledene naar de Hades begeleiden. Boven de slangen zijn schilden afgebeeld met Medusa-koppen om kwade geesten en grafrovers af te schrikken.

Kom es-Sjoekafa, standbeeld van de grafeigenares.
Standbeeld van
de grafeigenares.

Aan beide zijden van de doorgang naar de grafkamer bevindt zich een afbeelding van Anoebis. Hij is gekleed als Romeins legionair met de slangenstaart van Agathaodaemon, een Griekse godheid die doden beschermt en helpt. De latei boven de doorgang is voorzien van een afbeelding van een gevleugelde zonneschijf met daarboven een fries van cobraslangen. In het grafvertrek zijn drie nissen aangebracht, elk met een sarcofaag.

De sarcofagen zijn gedecoreerd met guirlandes van wijnbladeren en maskers van Medusa ter bescherming van de overledene. De guirlandes zijn het symbool van Dionysus, de god van de wederopstanding. Hoewel de deksels van deze sarcofagen er niet af kunnen, zijn de sarcofagen wel hol van binnen. Via een gat in de achterkant waren ze toegankelijk vanuit de gang rondom het vertrek.

Waarschijnlijk werden de doden tijdens de ceremonie tijdelijk bijgezet in deze sarcofagen om vervolgens te worden bijgezet in een van de vele loculi in het grafcomplex van Kom es-Sjoekafa. De drie nissen zijn voorzien van reliëfs in Grieks-Egyptische stijl. In de achterste nis wordt een mummie afgebeeld op een doodsbed met leeuwenkop. De mummie wordt beschermd door Horus, Anoebis en Thot. Onder het bed staan drie kanopenkruiken.

Op de rechter zijwand staat een vrouw met een zonneschijf boven het hoofd. Voor haar staat een offerende priester met veren in het haar als symbool voor de godin Maät. Op de linker zijwand staat een man met een zonneschijf boven het hoofd. De priester die voor hem staat leest formules vanaf een papyrusrol.

De voorstellingen in de beide zijnissen zijn vrijwel hetzelfde. Staand op een tempelmotief offert de koning een halskraag aan de Apis-stier. Achter de Apis staat Isis. In de rechternis op de rechterwand staat de mummie met Anoebis en op de linkerwand offert de koning een struisvogelveer aan Ptah. Op de rechterwand van de linkernis staat Horus met de dubbele kroon met voor hem de koning die een offer brengt. Op de linkerwand van deze nis offert de koning aan een god in mummiegestalte.

De gang rondom de centrale kamer biedt plaats aan meer dan driehonderd loculi, waaronder ook kleinere loculi bestemd voor asurnen van crematies. Na bijzetting van het lichaam werd de loculus afgesloten met een pleisterlaag. In later tijd werden meerdere lichamen in een loculus bijgezet.

Een gat in de muur van de rotonde biedt toegang tot een ander grafcomplex. Oorspronkelijk had dit grafcomplex een eigen ingang, maar grafrovers hebben zich toegang verschaft via een gat in het Sjoekafa complex. In dit complex zijn veel botten gevonden en het wordt ook wel ‘de catacomben van Caracalla’ genoemd. Naar verluidt zouden hier vele jonge christenen zijn begraven die slachtoffer waren van de slachting van keizer Caracalla in 215 n.Chr. Het complex was echter gewijd aan Nemesis, de godin van de sport. De vele botten zijn daarom waarschijnlijk afkomstig van paarden die paardenraces hadden gewonnen. Na hun dood werden zij geëerd en hier onder bescherming van de godin begraven.

Een kamer met waterput biedt toegang tot een beschilderd graf met afbeeldingen van Isis en Nephtys die een mummie beschermen. Na grondig onderzoek van de afbeeldingen zijn er onder deze afbeelding scènes gevonden van Hades die Persephone meeneemt naar de Hades.

LdJ

Lees ook deel 1: Grafcomplex van Kom es-Sjoekafa – Introductie

Bronnen:
– Alexandria Archeological Sites – Dr. H. Riad
– Alexandria Illustrated – M. Haag
– Alexandria Rediscovered – J.Y. Empereur