Het graf van farao Eje

De grafkamer van Eje, KV 23, Dal der Koningen, Loeksor.
De grafkamer van Eje,
KV 23, Dal der Koningen, Loeksor.

Het graf voor farao Eje (KV 23) uit het Nieuwe Rijk ligt aan het eind van de ca. twee kilometer lange weg door de ruige westelijke vallei, voorbij het graf van farao Amenhotep III (KV 22). Eje was betrekkelijk kort aan de macht en het lijkt erop dat zijn graf oorspronkelijk voor iemand anders bestemd is geweest. Tot de mogelijke kandidaten behoren Toetanchamon en Thoetmoses, de oudere broer van Amenhotep IV/Achnaton.

Het reeds in de oudheid geplunderde graf werd in 1816 door Giovanni Battista Belzoni (1778 – 1823) ontdekt. Hij liet zijn naam en de datum achter op de rots bij de ingang van het graf. In het graf vond hij de restanten van de sarcofaag. Deze zijn in het Egyptisch Museum in Caïro gerestaureerd. In de jaren ’90 is de sarcofaag teruggeplaatst in het graf. Op de sarcofaag worden behalve de godinnen Isis, Nephtys, Selket en Neith ook scènes uit het Dodenboek afgebeeld. In 1972 is het graf door Otto Schaden volledig onderzocht. De mummie van Eje is tot op heden niet gevonden.

De architectuur van het graf van Eje komt overeen met die van het koningsgraf van farao Achnaton in Tell el-Amarna. De hoofdas is recht, maar de grafkamer ligt rechts ervan in plaats van centraal op de as. Via een steile trap daalt men af naar twee gangen met een tussentrap en een klein voorvertrek. In de muur van de eerste gang bevinden zich gleuven voor een balk die werd gebruikt om de sarcofaag in het graf neer te laten.

Alleen de grafkamer is gedecoreerd. Qua stijl en motieven doen deze decoraties zo sterk denken aan die in het graf van Toetanchamon dat het vermoeden bestaat dat dezelfde kunstenaarsgroep ervoor verantwoordelijk is geweest.

In beide graven bevinden zich taferelen waarop de overleden koning en zijn ka door Osiris, Hathor en Noet worden verwelkomd in het dodenrijk. Ook het tafereel uit het eerste uur van het Amdoeat is in beide graven te vinden. In het bovenste register staat een afbeelding van de zonnegod in de gedaante van een scarabee, voorafgegaan door vijf goden. Eronder is een tafereel te zien van twaalf bavianen in begroetende houding bij het opkomen van de zon.

Uniek voor de betreffende periode is een prachtig tafereel waarop Eje in gezelschap van zijn vrouw in de moerassen vist en met een werpstok op vogels jaagt. Mogelijk is dit nog een parallel met het graf van Toetanchamon. Hoewel daarin geen jachttaferelen zijn uitgebeeld, staat er wel een dergelijk tafereeltje op een kleine vergulde schrijn die tussen de grafgiften van Toetanchamon werd aangetroffen.

De grote Enneade, graf van Eje, KV 23, Dal der Koningen, Loeksor.
De grote Enneade, graf van Eje,
KV 23, Dal der Koningen, Loeksor.

Op de linkerwand van de grafkamer bevindt zich in het bovenste register een scène van de godin Nephtys achter een boot met de negen goden van de Enneade; Ra-Horachte, Atoem, Sjoe, Tefnoet, Geb, Noet, Osiris, Isis en Horus. Aan de linkerkant van Nephtys is nog een boot afgebeeld met twee standaards met valken. Eronder staan kolommen tekst uit het Dodenboek.

Een klein vertrek achter de grafkamer diende als de kanopenkamer, waar de inwendige organen van de koning werden bewaard. De ingang is gedecoreerd met een afbeelding van de vier Horuszonen met in hun midden een rijk gevulde offertafel.

LdJ

Bronnen:
– De schatten van Luxor en de Vallei der Koningen – K.R. Weeks
– The Complete Valley of the Kings – N. Reeves en R.H. Wilkinson