Op de westoever van de Nijl bij Loeksor (het oude Thebe), gelegen tussen de vruchtbare groene strook en de droge woestijnheuvels met het Dal der Koningen, bevindt zich het Dal der Edelen.
Vanaf de 18de dynastie lieten hier gedurende vijfhonderd jaar hoge ambtenaren hun privégraven aanleggen. De heuvels van Qoernet Moeraï, Sjeich Abd el-Qoerna, Assasif, el-Chocha en Dra Aboe el-Naga zijn een gatenkaas van ruim vierhonderd graven en een aantal begraafplaatsen.
Veel van deze graven in het Dal der Edelen (aangeduid met TT ‘Theban Tomb’) bevatten prachtige reliëfs en schilderingen. De meeste van deze graven zijn als een omgekeerde letter ‘T’ uit de kalkrots gehakt en werden zo veel mogelijk oost-west gericht. Op plaatsen waar dit niet kon, werden de schilderingen en reliëfs dusdanig aangepast alsof het graf wel oost-west gelegen was. Omdat de brokkelige wanden van de graven niet geschikt waren om reliëfs op aan te brengen werden deze geëgaliseerd met een pleisterlaag van Nijlslib en stro, en voorzien van een witte kalklaag. Vervolgens werden hierop de schilderingen aangebracht.
Afhankelijk van de grootte van het graf zijn de plafonds ondersteund door pilaren. Een open hof voert naar de ingang van het graf met direct daarachter een ‘overlangs’ liggend vertrek.
De voorstellingen in de graven geven het hiernamaals weer. Het decoratieschema loopt in de meeste gevallen van buiten naar binnen, van het geïdealiseerde wereldse leven naar dat deel van het Dodenrijk waar de goden verblijven. Het eerste vertrek toont dan ook diverse taferelen uit het dagelijks leven van de grafeigenaar, zoals het werk in huis en op de akkers, afbeeldingen van grafmaaltijden, diverse ambachten, jacht, spel en vermaak.
In deze ruimte zijn ook vaak grafstèles met een opsomming van de offergaven en biografieën van de grafheer in schildering op de wanden aangebracht. In het midden van het vertrek voert een doorgang naar een tweede ‘langgerekt’ vertrek (de poot van de T). In deze ruimte zijn afbeeldingen te zien die betrekking hebben op de dodencultus, zoals de ‘denkbeeldige’ reis van de overledene per schip naar Abydos, de begrafenisstoet en de diverse offertaferelen.
Achter in dit vertrek bevindt zich meestal een beeldennis met daarin beelden van de grafheer en eventueel familieleden. De wanden en het plafond van zo’n nis vertonen sterrenbeelden en natuurmotieven zoals vogels, bloemboeketten en wingerdranken. Een schacht in het achterste vertrek of in de voorhof leidt naar de ondergrondse grafkamer.
Gedurende de hele periode van aanleg valt er per tijdsperiode een duidelijk verschil in decoratiestijlen waar te nemen. De oudste graven in het Dal der Edelen, aangelegd in de regeringsperiodes van Thoetmoses III en Amenhotep II tonen een overgangsperiode in de Egyptische kunst.
Waar in de tijd van Thoetmoses III de decoraties archaïsch aandoen met menselijke figuren in symmetrische groepen en formele houdingen (zoals ten tijde van het Oude Rijk en het Middenrijk) zijn de afbeeldingen in de tijd van Amenhotep II losser en meer ontspannen.
Tijdens de regeerperiodes van Thoetmoses IV en Amenhotep III worden de afbeeldingen vernieuwender met felle kleuren en voorzien van veel grappige en informatieve details. In de laatste decennia van de regeerperiode van Amenhotep III grijpt men juist weer terug naar de formele stijl van decoreren met de stijve, strakke houdingen van de menselijke figuren. De graven waren ook groter, met meerdere vertrekken en niet alleen gedecoreerd met schilderingen, maar ook met reliëfs.
Tijdens het Nieuwe Rijk en de Late Tijd tenslotte lag de nadruk van de afbeeldingen meer op de begrafeniscultus, teksten en religieuze scènes. De graven die in de Ramessiden Tijd, 19de en 20ste dynastie, werden aangelegd kenmerken zich juist weer door een lossere stijl van decoreren. Er zijn afbeeldingen van tuinen en landbouwactiviteiten met planten, vogels en dieren die bijzonder nauwkeurig worden weergegeven. De graven uit die tijd waren betrekkelijk klein.
LdJ
Bronnen:
– Geschiedenis, kunst en kultuur in het Nijldal en Sinaï – H. Strelocke
– De schatten van Luxor en de Vallei der Koningen – K.R. Weeks
– Leben und tod im Alten Aegypten – S. Hodel-Hoenes