Thoetmoses II

Thoetmoses II offert wijn in de tempel van Karnak.
Thoetmoses II offert wijn in
de tempel van Karnak.

Farao Thoetmoses II was de vierde vorst van de 18de dynastie volgens de Koningslijst. Hij volgde zijn vader Thoetmoses I op. De moeder van Thoetmoses II was Moetnoferet, een bijvrouw van Thoetmoses I. Zij schonk hem nog twee andere zoons, maar die overleden allebei eerder dan hun vader. 

Uit het huwelijk van Thoetmoses I met zijn Grote Koninklijke Echtgenote Ahmes kwamen twee dochters voort: Hatsjepsoet en Neferoebity. Thoetmoses II  was dus de enige mannelijke troonopvolger, maar wel de zoon van een bijvrouw. Na het overlijden van zijn vader was hij  pas 12 of 13 jaar oud. Het is dan ook waarschijnlijk dat zijn stiefmoeder Ahmes enige tijd als regentes optrad. Toen Thoetmoses II zijn vader opvolgde, trouwde hij met zijn halfzus Hatsjepsoet om zo zijn positie op de troon te versterken. 

Thoetmoses II had een matige gezondheid. Hij leed aan een huidziekte die hem uiteindelijk fataal zou worden. Desondanks leidde hij enkele succesvolle campagnes in Nubië en Syrië. Toen zijn vader overleden was, kwamen de Koesjieten in Opper-Nubië in opstand. Ze hoopten iets van de autonomie terug te winnen die ze onder Thoetmoses I verloren hadden. Ze vielen de door Thoetmoses I gebouwde forten aan, doodden de garnizoenen en roofden het vee.

Toen het bericht Thoetmoses II bereikte dat de Koesjieten vee hadden geroofd bij één van de forten bij het derde cataract, stuurde hij meteen het Egyptische leger erop af. Naar verwachting was de overwinning compleet: ‘Ze lieten niemand van de mannen in leven volgens de order van zijne majesteit.’ Het verhaal over deze campagne is opgetekend in een rotsinscriptie in Assoean. In de inscriptie staat in regel 7 ook dat zijn vader op dat moment nog in leven was. Dat wordt als bewijs gezien dat er een periode van co-regentschap is geweest tussen Thoetmoses I en II. 

Op een wand van graf 3 in El-Kab is een autobiografie aangebracht door  één van de legerofficieren van Thoetmoses II, Ahmose-Pen-Nechbet. Hij had een buitengewoon lange militaire carrière. Hij diende reeds onder Ahmose en was ook tijdens de regeerperiode van Thoetmoses III nog in functie. Deze officier beschrijft een campagne van Thoetmoses II naar het gebied Niy in Syrië. Onderweg vindt een gevecht plaats met de Sjosoe, een nomadenvolk in de Levant. Hij beschrijft: ‘Ik volgde koning Thoetmoses, triomfantelijk; ze werden aan mij voorgeleid in Sjosoe, heel veel gevangenen; ik heb ze niet geteld.’

Overigens wordt aangenomen dat niet Thoetmoses II zelf, maar zijn generaals deze veldtochten hebben geleid. Thoetmoses II was immers nog erg jong. Uiteraard werden de successen wel aan hem toegeschreven. Er zijn weinig voorstellingen van hem bewaard gebleven en verwijzingen naar hem zijn schaars.

De naam van Thoetmoses II in een cartouche in de tempel van Deir el-Bahri.
De naam van Thoetmoses II in
een cartouche in de
tempel van Deir el-Bahri.

Er bevinden zich twee grote beelden van hem in Karnak en even ten noorden van de tempel van Ramses III te Medinet Haboe bevindt zich een kleine tempel ter ere van hem. In de tempel van Hatsjepsoet in Deir el-Bahri zijn enkele verwijzingen gevonden naar haar echtgenoot, waaronder een ebbenhouten paneel dat in 1893 werd opgegraven door Edouard Naville (1844 – 1926). 

De meningen over zijn regeerperiode lopen uiteen. De meeste egyptologen houden het op 12 of 13 jaar. Op het eiland Elefantine is een rood granieten beeld van Thoetmoses II gevonden waarin hij gehuld is in een Heb Sed-gewaad. Traditioneel werd een Heb Sed na een regeringsperiode van ongeveer dertig jaar uitgevoerd. Dit zou betekenen dat hij minimaal 30 jaar geregeerd heeft. Maar het beeld is in opdracht van Hatsjepsoet gemaakt. Het is daarom zeer onwaarschijnlijk dat een dergelijk Sed-festival voor hem heeft plaatsgevonden.

Uit het huwelijk met zijn Grote Koninklijke Echtgenote Hatsjepsoet werd alleen een dochter, Neferoera, geboren. Bij een van zijn bijvrouwen, Isis, kreeg hij wel een zoon, de latere troonopvolger Thoetmoses III. Omdat Thoetmoses II zag dat zijn vrouw Hatsjepsoet ambities had om zijn opvolgster te worden, benoemde hij uit voorzorg deze zoon tot zijn opvolger. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar ook hier speelde de kwestie dat Thoetmoses III de zoon was van een bijvrouw. Thoetmoses II stierf rond zijn 30ste levensjaar en zijn zoon was nog te jong om het land te regeren. Hatsjepsoet greep haar kans en riep zichzelf uit tot co-regentes.

Het graf van Thoetmoses II is nooit geïdentificeerd, maar zijn zwaar beschadigde mummie is in 1881 gevonden in de cachette DB 320 in Deir el-Bahri. Zijn mummie bevindt zich tegenwoordig in het Egyptisch museum in Caïro. 

RdJ

Zie ook de koningskaart voor meer informatie over deze farao.

Bronnen:
– The encyclopedia of the egyptian pharaohs, Vol. I –  D. Baker
– The Complete Royal Families of Ancient Egypt – A. Dodson & D. Hilton
– Chronicle of the Pharaohs – P.A. Clayton
– Ancient records of Egypt – J.H. Breasted
– The temple of Deir el Bahari, Part II – E. Naville