Grafdecoraties – reliëfs en schilderingen

Afbeelding in hoog reliëf, witte kapel van Senwosret I, openluchtmuseum Karnak, Loeksor.
Afbeelding in hoog reliëf,
witte kapel van Senwosret I,
openluchtmuseum Karnak, Loeksor.

Wanneer de kwaliteit van de rotswanden van de graven goed genoeg was, werden de scènes in reliëf aangebracht. De reliëfs kunnen worden ondergebracht in drie categorieën.

Bij hoog reliëf werd de omgeving rondom de figuren weggehakt waardoor deze als het ware bijna volledig van de achtergrond loskomen. Bij laag reliëf werden de omtrekken van de figuren uitgehakt zodat deze licht boven de achtergrond oprijzen.

Vervolgens werd bij deze beide categorieën de figuur verder uitgewerkt. Details als spiermassa, kleding, structuur van voorwerpen en vacht van bijvoorbeeld dieren werden uitgehakt en bewerkt. Hierdoor ontstond een lichte bolling in de figuren.

De derde vorm is het zogenaamde verzonken reliëf. Hierbij werd de figuur zelf uitgehakt in de achtergrond. Deze vorm van reliëf was zeer geschikt voor het aanbrengen van grote afbeeldingen.

Doordat men de figuren en tekens diep in de steen kon uithakken waren deze afbeeldingen zelfs van grote afstand goed zichtbaar. Verdiept reliëf werd dan ook veel gebruikt voor het decoreren van tempelwanden en pylonen en niet zozeer in graven.

Afbeelding in laag reliëf, 
tempel van Ramses II, Abydos.
Afbeelding in laag reliëf,
tempel van Ramses II, Abydos.

Voordat de ambachtslieden met de reliëfs begonnen, werd het oppervlak goed glad gemaakt. Wanneer er sprake was van een slechtere kwaliteit soort steen werd er soms een dikke laag kalk aangebracht. De reliëfs werden dan vervolgens in die kalklaag uitgewerkt.

Om de verhoudingen van de figuren volgens de standaardnormen te kunnen aanbrengen, werd er op de achtergrond met behulp van touw en rode verf een raster uitgezet. Het touw werd in de verf gedoopt, aangespannen en losgelaten. 
Vervolgens gaf een tekenaar met rode verf de contouren van de figuren aan. Indien nodig werden deze lijnen met zwarte verf gecorrigeerd door de opzichter. Pas daarna begonnen de beeldhouwers met het hakwerk.

Wanneer de reliëfs voltooid waren, brachten de schilders de kleuren aan. De basiskleuren waren wit, zwart, rood, groen, blauw en geel. De overige kleuren werden vervaardigd door het mengen van de basiskleuren of door het over elkaar schilderen.
Bruin ontstond door met geel over zwart te schilderen en oranje door geel over rood te schilderen. Verf werd gemaakt van natuurlijke grondstoffen. Wit werd gemaakt van kalk of gips. Voor zwart werd houtskool gebruikt. Rood werd verkregen door het gebruik van natuurlijk ijzeroxide of hematiet en groen door het gebruik van koper of malachiet.
Blauw werd vervaardigd uit het gesteente azuriet. Voor geel werd gebruik gemaakt van oker. Bruin kon behalve door overschildering van zwart ook worden verkregen uit henna of door het mengen van oker met ijzeroxide.

Verzonken reliëf, blok met cartouche Ramses II, Medinet Haboe tempel, Loeksor.
Verzonken reliëf,
blok met cartouche Ramses II,
Medinet Haboe tempel, Loeksor.

Als bindmiddel voor de pigmenten gebruikte men Arabische gom, eiwit, hars en bijenwas. Soms voegden de schilders ook azijn toe als bindmiddel. De schilderingen werden rechtstreeks op het droge oppervlak aangebracht, de zogenaamde temperatechniek.

Het gebruik van kleuren was gebonden aan regels met betrekking tot de symboliek. Zo stond zwart onder andere symbool voor de vruchtbaarheid van het Nijlslib en groen voor jeugdigheid, frisheid en gezondheid. Blauw stond symbool voor lucht, water en de scheppende kracht. De oude Egyptenaren geloofden dat de goden een gouden huidskleur hadden, daarom werd hun huid in de vervangende kleur geel afgebeeld. Vrouwen werden over het algemeen afgebeeld met een okergele huidskleur, mannen met een steenrode huidskleur. Voor negroïden werd donkerbruin gebruikt en voor personen uit Voor-Azië geel. Wit gold als het symbool voor zuiverheid en reinheid. Om die reden werden de Egyptenaren afgebeeld met witte kledij.

De schilders maakten gebruikt van verschillende soorten penselen. Grote penselen werden gemaakt van plantenvezels. Fijnere penselen werden gemaakt met behulp van houtstengels. Het uiteinde van zo’n stengel werd fijn gekauwd tot er een kwastige punt overbleef. Voor de verschillende kleuren werden verschillende penselen gebruikt.

LdJ

Lees ook: Grafdecoraties

Bronnen:
– Klein Geschichte der ägyptischen Kunst – K. Schüssler
– Leven in het oude Egypte – E. Strouhal
– Ägypten und ägyptishes Leben im Altertum – A. Erman
– Foto’s afbeelding in hoog reliëf en in laag reliëf – Lida de Jong