Toena el-Gebel

Overzichtsfoto van Toena el-Gebel.
Overzichtsfoto van Toena el-Gebel.

Ongeveer tien kilometer ten westen van de stad El-Asjmoenein ligt bij het dorpje Toena el-Gebel, de uitgestrekte dodenstad van het oude Hermopolis Magna. Deze necropool overlapt het oudere noord-westelijke gedeelte van Achetaton, de stad van Achnaton en Nefertiti. Dit wordt aangetoond door de aanwezigheid van grensstèle A die in een kalksteenrichel ten westen van de toegangsweg naar Toena el-Gebel is uitgehakt.

De begraafplaats kan in twee gebieden worden onderverdeeld. Ten noorden van de grensstèle vindt men de graven uit het Nieuwe Rijk. Deze zijn echter allen sterk vervallen. Het zuidelijke deel van de necropool is beter bewaard gebleven. De graven hier dateren uit de Late Tijd.

Tijdens opgravingen in 2004 door een team van de Ludwig-Maximilians Universiteit van München in samenwerking met de Universiteit van Caïro zijn zes graven ontdekt en onderzocht. Daaronder bevonden zich een piramidevormig graf en een graf voorzien van tongewelven. Men heeft er mummies, grafbijgiften, houten bedden en amuletten met Grieks-Romeinse motieven gevonden.

Verder zijn er restanten aangetroffen van zogenoemde ‘torenhuizen’ waarvan niet geheel duidelijk is waarvoor deze dienden. Waarschijnlijk waren dit woonhuizen voor priesters en ambtenaren van de ibiscultus voor de god Thot.

Toena el-Gebel Restanten van een graf.
Restanten van een graf.

De graven uit de Late Tijd zijn in een regelmatig stratenplan aangelegd met grafkapellen in de vorm van woonhuizen en tempels met verscheidene vertrekken. Sommige grafkapellen zijn zelfs voorzien van een verdieping, anderen staan op een soort verhoging dat bereikbaar is via een trap.

De decoraties zijn uitgevoerd in Grieks-Egyptische stijl. Een deel van de graven is zo beschilderd dat de wanden op albast, marmer en andere kostbare steensoorten lijken. Eén van de belangrijkste graven van dit gebied is het tempelvormige graf van de priester Petosiris.

Een ander beroemd graf, is het huisvormige graf van Isadora. Haar graf werd na haar dood in de 2e eeuw n.Chr. aangelegd door haar vader. Het verhaal gaat dat de mooie, rijke Isadora tegen de wil van haar vader verloofd was met een jonge soldaat uit het aan de overkant van de rivier gelegen Antinopoölis, het huidige Sjeich Ibada. Onderweg naar haar geliefde kapseisde haar bootje waardoor ze in de Nijl verdronk.

Omdat men geloofde dat door de verdrinkingsdood een staat van zaligheid werd bereikt, ontstond er enige jaren na haar dood een cultus rondom haar mummie en graf. De benedenverdieping is altijd toegankelijk geweest voor vrome pelgrims. De eerste verdieping was slechts toegankelijk voor de priesters die haar dodencultus in stand hielden. Hier bevindt zich nog steeds de goed bewaarde mummie van Isadora, tegenwoordig achter glas. In de achterwand is een prachtige halve schelp uitgehouwen.

Ten zuid-oosten van deze grafkapel werd een graf teruggevonden met prachtige afbeeldingen van de mythe van Oedipus. Deze afbeeldingen bevinden zich tegenwoordig in het Egyptisch museum in Caïro.

Graf op verhoging, Toena el-Gebel.
Graf op verhoging, Toena el-Gebel.

Aan de noordzijde van dit gebied zijn de restanten van een omheiningsmuur teruggevonden. Waarschijnlijk behoorde deze muur toe aan een verblijf waar men ibissen grootbracht. Deze werden in de Late Tijd gebruikt voor de cultus rondom de god Thot. Gezien het grote aantal ibissen van jong tot oud, vermoeden de onderzoekers dat hier in de oudheid een heilig meer was gelegen waar men de ibissen verzorgde.

Een 34 meter diepe put met een waterrad uit de Romeinse Tijd is teruggevonden in het gebied ten zuid-westen van de graven. Dit waterwerk diende voor de watervoorziening van de ibisfokkerij.

In de noord-westhoek van het uitgestrekte terrein bevinden zich de catacomben waar de mummies van ibissen en bavianen werden bijgezet. Dit waren de heilige dieren van de god Thot. Vanaf 1842 werd de necropool beschreven door Karl Richard Lepsius. Nadien zijn er door diverse Britse, Duitse en Italiaanse teams opgravingen verricht.

Het gebied van Toena el-Gebel is in de oudheid waarschijnlijk ook een belangrijk centrum geweest voor de vervaardiging van faience. Dit blijkt uit de vondsten die zijn gedaan door de Britse kunstschilder en schrijver Henry Wallis.  Tijdens zijn ongecontroleerde opgravingen rond 1890 is er in de necropool van Toena el-Gebel veel faience van zeer goede kwaliteit aangetroffen. Wallis was een vriend van kunstverzamelaar William Joseph Myers. In zijn privéverzameling zijn vele prachtige faience voorwerpen uit Toena el-Gebel opgenomen. Deze collectie is overgegaan naar het Myers Museum van Eton College.

LdJ

Bronnen:
– Tuna el-Gebel – Joachim Boessneck
– Institut für Ägyptologie der LMU München und der Faculty of Archaeology der Cairo University
– Foto’s restanten van een graf en Graf op een verhoging – Lida de Jong