De tempel van Ramses II in Wadi es-Seboea

Overzichtsfoto van de tempel van Ramses II in Wadi es-Seboea.
Overzichtsfoto van de tempel van Ramses II
in Wadi es-Seboea.

Dankzij een reddingscampagne van UNESCO begin jaren ’60 van de vorige eeuw, is een aantal tempels afgebroken en opnieuw opgebouwd. Deze dreigden overstroomd te raken door het water van een stuwmeer dat ontstond door de bouw van de Assoeandam.

Eén van deze tempels is gebouwd ten tijde van de regeerperiode van Ramses II en stond oorspronkelijk in Wadi es-Seboea. De naam van de locatie betekent ‘Dal van de Leeuwen’ in het Arabisch en verwijst waarschijnlijk naar de voor het heiligdom gelegen sfinxenallee. De tempel werd in de oudheid ‘Geliefd door Amon in het huis van Amon’ genoemd en is waarschijnlijk gebouwd met behulp van Nubische dwangarbeiders.

De bouw stond onder toezicht van Setaoe, de onderkoning van Koesj tussen het 35ste en 50ste regeringsjaar van Ramses II. Volgens een inscriptie op een stèle in Aboe Simbel uit het 44ste regeringsjaar van Ramses II vond er een strafexpeditie plaats in Tjemenoe onder leiding van de officier Ramose. Doel van de expeditie was het verkrijgen van arbeidskrachten voor de bouw van een tempel. Vanwege de afgelegen ligging is het heiligdom waarschijnlijk niet intensief gebruikt voor rituelen.

Vermoedelijk diende het bouwwerk meer als machtsvertoon van de farao. Het heiligdom was gewijd aan de goden Ra-Horachte en Amon-Ra en tevens aan de vergoddelijkte farao. In de vroege eeuwen na Christus werd de tempel gebruikt als Koptische kerk. In die periode zijn veel van de reliëfs bedekt met een pleisterlaag en zijn beelden en afbeeldingen vernield. Dankzij deze pleisterlaag zijn de onderliggende originele reliëfs goed bewaard gebleven.

Sfinx in de tweede hof van de tempel.
Sfinx in de tweede hof
van de tempel.

Wadi es-Seboea ligt ongeveer 140 kilometer ten zuiden van Assoean. De tempel is vier kilometer ten westen van de oorspronkelijke locatie wederopgebouwd. Oorspronkelijk was het uit zandsteen opgetrokken bouwwerk omgeven door een omheiningsmuur van tichelsteen. Deze is niet gereconstrueerd maar slechts aangegeven door een stenen muurtje. De tempel had geen heilig meer. In plaats daarvan waren er oorspronkelijk twee bassins aangelegd aan weerszijden van het bouwwerk.

Tijdens de reconstructie zijn deze niet teruggeplaatst maar ze liggen nu ongeveer 100 meter naar het noordoosten. De toegangspoort wordt geflankeerd door twee staande kolossen van Ramses II en twee sfinxen. De kolosbeelden staan op voetstukken met daarop afbeeldingen van geboeide Voor-Aziaten en Libiërs. 

In de eerste hof bevinden zich aan weerszijden sfinxen met het hoofd van de farao voorzien van de dubbele kroon. Op de voorkant van de voetstukken staan afbeeldingen van Ioenmoetef-priesters met cartouches van de farao. De zijkanten zijn voorzien van afbeeldingen van gevangenen. Oorspronkelijk stonden langs de noord- en zuidkant van deze hof elf stèles van Setaoe. Deze bevinden zich nu in het Egyptisch museum in Cairo.

De tichelstenen pyloon naar de tweede hof is niet gereconstrueerd. Alleen de poort zelf is opnieuw opgebouwd. Het bovenste gedeelte ervan is gedeeltelijk verwoest en bevat restanten van decoraties van de farao in gezelschap van diverse goden. Aan weerszijden van de poort staan afbeeldingen van een knielende figuur in aanbidding voor de cartouches van de farao.
In de tweede hof bevindt zich wederom een allee van sfinxen. Deze vier sfinxen zijn voorzien van valkenkoppen en vertegenwoordigen de vier verschijningsvormen van Horus in zijn verschillende cultusplaatsen: Horus van Maha en Miam aan de linkerkant en Horus van Baki en Edfoe aan de rechterkant. Tussen de voorpoten van de sfinxen staan kleine beeldjes van de farao.

Een in de rotsbodem uitgehakte trap leidt naar het afgesloten en meest heilige gedeelte van de tempel. De ingang wordt gevormd door een pyloon met aan de linkerkant een beeld van Ramses II voorzien van een staf met de kop van Amon-Ra. Achter zijn been bevindt zich een kleinere afbeelding van zijn dochter en latere echtgenote Batanta. Het tweede beeld, oorspronkelijk aan de rechterzijde lag tot 2011 in het zand, ongeveer 30 meter ten noorden van het bouwwerk. Het standbeeld is voorzien van een staf met de kop van Ra-Horachte. Het is tegenwoordig te bewonderen in het Nubisch Museum in Assoean.

De pyloon bevat geen groeven voor vlaggenmasten maar is wel voorzien van de gebruikelijke taferelen van de farao die zijn vijand overwint. Aan beide zijden bij de doorgang zijn afbeeldingen te zien van gouwgodinnen die offers brengen aan de koninklijke cartouches. Op de latei en de doorgang staan afbeeldingen van Ramses II die offers brengt aan diverse goden. Aan de binnenzijde van de latei staat Ramses II voor Ra-Horachte en zijn vergoddelijkte persoon.

Het tweede kolosbeeld van Ramses II in het zand ten noorden van de tempel.
Het tweede kolosbeeld van Ramses II in het zand
ten noorden van de tempel.

Na de pyloon volgt een open hof met een colonnade van Osirisbeelden van Ramses II. De reliëfs zijn hier ernstig beschadigd maar de nog zichtbare gedeeltes tonen offerscènes en een processie van enkele van de kinderen van Ramses II. De open hof wordt gevolgd door een smal ‘bordes’ met de ingang naar de zuilenhal. De ingang wordt geflankeerd door twee kleine beschadigde sfinxen. Dit gedeelte van de tempel was oorspronkelijk uitgehakt uit de rotswand en is het gedeelte dat in gebruik is geweest als Koptische kerk.

Oorspronkelijk was de zuilenhal voorzien van twaalf Osiriszuilen, maar deze zijn weggehakt door de kopten. Op de wanden staan afbeeldingen van de farao in gezelschap van diverse goden. Vooral in de noordoosthoek zijn nog veel sporen van kleuren terug te vinden. Eén van de afbeeldingen toont de farao terwijl hij een plengoffer brengt aan de goden Onoeris, Sjoe, Tefnoet en Nechbet. Een doorgang in de westwand biedt toegang tot de allerheiligste en best bewaard gebleven vertrekken van de tempel.

Het overdwarse voorvertrek bevat onder andere scènes van Hathor als vrouwenfiguur met koeienhoofd en de vier Nubische Horusfiguren. Links en rechts van het voorvertrek bevinden zich twee smalle vertrekken die waarschijnlijk als voorraadruimtes waren bedoeld. De twee zijkapellen in de westwand bevatten afbeeldingen van Ramses voor de barken van Amon-Ra en Ra-Horachte. De middelste kapel, het ‘allerheiligste’ bevat een afbeelding van Ramses II. Door het loslaten van de destijds door de kopten aangebrachte en beschilderde pleisterlaag, lijkt het nu of alsof Ramses II bloemen offert aan Petrus.

LdJ

Bekijk ook de koningskaart van Ramses II.

Bronnen:
– Abu Simbel und die Tempel des Nassersees – Joachim Willeitner
– The Complete Temples of Ancient Egypt – Richard H. Wilkinson
– Grosse Pharaonen, Ramses II – T.G.H. James
– Foto van de sfinx in de tweede hof en het tweede kolosbeeld – Lida de Jong